Eigenlijk zou de Staffordshire aanspraak moeten kunnen maken op de naam Bull Terrier, omdat hij direkt ontstaan is uit de oude Bull and Terrier. Dat wij het ras kennen onder naam Staffordshire Bull Terrier komt, omdat de soort later als ras erkend is dan de door James Hinks gecreërde Bull Terrier, waardoor deze naam al “bezet” was…..

 De liefhebbers van de oude Staffordshire hebben namelijk lang geaarzeld met het tot ras laten verklaren van hun hond, Zij waren bang dat de eigenschappen van hun vechthonden verloren zouden gaan als de ‘showmensen’en natuurlijk de ‘ladybreeders’ zich er op zouden storten……

GRONDPRINCIPE

‘Ladybreeders’noemde men de dames uit de hogere standen die gebruikshonden (dus ook vechthonden) gingen fokken en die deze rassen omtoverden tot lieve en verdraagzame huishonden. Er was rond de tijd van de erkenning van het ras een aantal mensen die de Stafford graag vriendelijker, of tenminste verdraagzamer tegenover soortgenoten zouden zien. Het is sommige fokkers inderdaad gelukt hem gemoedelijker te fokken. Daarmee hebben die enkelingen echter het grondprincipe van de hond aangetast. Een Staffordshire Bull Terrier is nu eenmaal van oorsprong een vechthond en hij ontleent veel van zijn fantastische kwaliteiten als huishond juist aan zijn ‘oereigenschappen’, zoals zijn grenzeloze moed en een totaal gebrek aan angst.

 OP NAAR ERKENNING

De Stafford is in Engeland een populaire huis- en showhond geworden. Het gebeurt vaak dat dit ras het hoogste aantal inschrijvingen van de gehele Terriergroep heeft. Rond de ringen is het enorm druk en maar zelden hoort men de honden bekkeleien. Dit is het gevolg van enige mate van training, gehoorzaamheid en bovenal de grote oplettendheid van de eigenaren.

De Staffordshire Bull Terrier is de afstammeling van de oude Bull and Terrier, die ook wel ‘Pit-Dog’ en zelfs “Half and Half’ werd genoemd.

GEVOELIG

 

Als er in de aard van de Stafford in de loop der jaren iets is veranderd, dan is het een grotere aanleg voro gehoorzaamheid en daardoor een vorm van zelfdiscipline. Net als de Bull Terrier is hij intelligent, zeer op zijn baas gesteld en gevoelig voor lof. Als men van pup af aan gebruik maakt van deze eigenschappen, kan men de Stafford opvoeden tot een zich goed gedragend lid van de hondenmaatschappij.

Het ideaal van de Engelse fokkers van vechthonden was een kombinatie te krijgen van eigenschappen van de Bulldog en de Terrier. Zij stonden daarbij voor grote problemen, want wat bouw en formaat betreft bestonden er grote verschillen tussen deze soorten. Tot op de dag van vandaag komen er bij de Staffordshire dan ook nog vrij grote verschillen in maat en type voor.

 

De voorouders van de Staffordshire werden gehouden door arbeiders uit de ijzer- en staalindustrie en de mijnwerkers. Vooral in de Midland Black Counties,  de Northern Counties en Schotland waar deze industrieën gevestigd waren zag men ze veel. De harde mannen die onder moeilijke kondities moesten leven, zagen blijkbaar graag honden die even hard en stoer waren als zijzelf. Die hardheid van de mensen ontaardde nogal eens in wrede praktijken ten opzichte van de honden. Die werden bij de gevechten soms op afschuwelijk wijze verminkt om aan te tonen hoe ‘game’ ze waren. Door deze praktijken had het ras een slechte reputatie bij de wat ‘beschaafdere’ delen van de bevolking. Deze mensen hadden weinig belangstelling voor dergelijke bloeddorstige honden.

 

ERKENNING

 

De moderne geschiedenis van het ras begint bij de oprichting van de rasvereniging in 1934. Het ‘afgescheiden’ ras de Bull Terrier, bestond toen al zeventig jaar en was een gewilde huis- en showhond. Tot de jaren dertig was men eigenlijk allen geïnteresseerd in het funktioneren van de Stafford (ofwel Bull and Terrier) als vechthond. Met de opkomst van de tentoonstellingen kwam er door geheel Engeland heen ook meer belangstelling voor de rassen van eigen boden. De tijd werd rijp voor de verschijning van de Staffordshire Bull Terrier in de showring. In 1935 werd de stafford voor het eerst uitgebracht op een kleine show en wel in de ‘Any Variety Terrier’klas. Keurmeester Fred Holden was verzocht vier van de zesentwintig ingeshcreven Staffords te plaatsen. De uitslag was:

  1. Monty (later Vindictive Monty)
  2. Jim (later Jim the Dandy)
  3. Joe (later Fearless Joe)
  4. Cross Guns Johnson

In het plaatsje Cradley Heath in het Engelse graafschap Staffordshire werd in mei 1935 de rasvereniging opgericht. Er was toen nog enig geharrewar over de naam, maar uiteindelijk werd toch besloten tot het aanvragen van erkenning van de Staffordshire Bull Terrier. Het ras kreeg pas in 1938 het recht om kampioenschapscertifikaten te winnen. Toch waren er op de clubshow in 1935 al 60 honden ingeschreven. Bijna al die honden zijn de voorouders van de moderne Staffordshire Bull Terriers.

 ONTWIKKELING

 Ze oprichters van de vereniging waren de eigenaars van de belangrijkste honden uit die periode. Namen als ‘Fearless Joe’, ‘Dee’s Peg’(moeder van Champion ‘Fearless Red of Bandits’), Ch. ‘Gentleman Jim’,  ‘Cross Gund Johnson’,  ‘Good Lad’, ‘The Great Bomber’,  ‘Vindictive Monty’, ‘Lassomine”, “Dinkie’, ‘Lady Rose”, 'Lestom Boy’, en ‘Brindle thelma’zijn onverbrekelijk verbonden met de opkomst van het ras. Al deze honden wren het eigendom van bestuursleden. Natuurlijk hadden ook de ‘gewone’clubleden goede honden,  met als uitblinkers ‘trition Judy’, ‘cinderbank Beauty’, ‘Annie’s Pal’, ‘Ardblaster’, 'Vindictive  Montyson’en  “Nancy the Fearless’,. Een aantal liefhebbers van het ras ging in kleine kring door met het organiseren van hondengevechten, waarvoor ze het kleine type Stafford prefereerden 925 lbs + ruim 11kg). Ook het badger-digging, het uiz zijn hol halen van een das, was een ‘sport’waarvoor men de stafford gebruikte. De das is een zeer gevaarlijke tegenstander en menige hond liet bij het badger-digging het leven. De bekende  “Fearless-Joe’ was een van die vele goede honden die door een das gedood wer. Tot op heden beoefent men deze  ‘sport’in  Ierland.

 GENTLEMEN JIM

Op de grote show van 1939 in Bath gaf keurmeester A.W. Fulwood aan ‘Gentleman Jim’en “Lady Eve’(Barney ex Gipsy) hun derde kampioenschapscertifikaat. Daarmee waren deze honden de eerste kampioenen van hun ras. Ch. ‘Gentleman Jim’was het eigendom van Joe Mallen, die als grootste hobby het houden van honden-, hanen- en dassengevechten had. Hij bezat veel goede Staffords, maar de beste was zonder twijfel ‘Gentleman Jim’(‘Brindle Mick ex Triton Jody’) die in 1937 geboren werd en tien jaar later overleed. Jim was de vader en voorvader van vele kampioenen. Hij was in feite de grondlegger van de bekende M-lijn, al was deze genoemd naar zijn vader ‘Brindle Mick’. Een van zijn bekendste en meest invloedrijke zonen was Ch. ‘Widneyland Kim’(moeder ‘Game Judy’) die op zijn beurt de vader zou worden van acht kampioenen.

NA DE OORLOG

In de jaren van de Tweede Wereldoorlog liep de belangstelling voor het ras vanzelfsprekend terug, maar otch bleven er in de Midlands en in Londen kleine maar hechte kernen van fokkers bestaan, die zelfs in oorlogstijd zes shows organiseerden. In verhouden tot vele andere rassen stond de Stafford er na de oorlog dus goed voor. De Southern Club (in Engeland heeft men voor  een ras meerdere regionale rasverenigingen) hield dan ook in 1946 al een grote kampioenschapsshow met maar liefst 300 inschrijvingen. De opmars van de Staffordshire Bull Terrier was niet meer te stuiten. De eerste na-oorlogse kampioenen waren: Ch. “Head Lad of Villmar”(een zoon van ‘Vindictive Monty of Wyncroft en ‘Fred’s Fancy’), de al eerder genoemde Ch. “Widneyland Kim”, de teef Ch. ‘Widneyland Model’ ('Togo’ x ‘White Bess’)

DIKKE WANGEN

 

Hoewel de Stafford dus feitelijk de voorvader is van de Bull Terrier, heeft hij een heel ander hoofd. Het weliswaar ook groot in verhouding tot de hond, maar bij hem vallen vooral de  enorm sterk ontwikkelde kauwspieren op. Het hoofd heeft een normale stop en is ook verder vrij gewoon, op die dikke wangen na. De liefhebbers van de Staffordshire Bull Terrier proberen door allerlei vormen van training de spieren, vooral die aan het hoofd, extra te ontwikkelen.

 

 HET BRUCE LOW SYSTEM

Op aanraden van Mr. H.N. Beilby ging men er toe over om de stambomen in lijnen en families volgens het Bruce Low systeem, dat van oorsprong gebruikt werd bij de fokkerij van paarden. Bij deze indeling gaat men uit van uitsluitend de bovenste en de onderste lijnen in een stamboom. Dus om met de bovenste reu-lijnen te beginnen: van zoon naar vader naar grootvaderen zo terug tot op de grondlegger van de lijn, die er een bepaalde letter aan heeft gegeven. Bij de teven spreekt men van families, hier gaat men via de onderste lijnen van de stamboom van dochter naar moeder naar grootmoeder terug tot de grondlegster van de betreffende familie. De honden die hun letter gaven aan lijnen en families waren over het algemeen van een (voor die tijd) uitzonderlijk goede kwaliteit en blonken uit in het doorgeven van hun goede eigenschappen aan hun afstammelingen.

JIM EN BESS

 

De eerste fokkers van het ras hielden geen stambomen bij en men gaf blijk van weinig originaliteit bij het uitzoeken van namen voor de honden. Zo wordt vermeld, dat er in een bepaalde straat in de Midlands negen Staffordshire Bull Terrier leefden: de drie reuen heetten: “Jim”, vijf teven “Bess” en nummer negen “Bessie”. Het is duidelijk dat er zo geen helder overzicht van de fokkerij van de periode voor de opname in het Kennel Club Studbook kan worden gegeven.

 

LIJNEN EN FAMILIES

Er zijn zes hoofdlijnen:

‘J’-lijn genoemd naar ‘Fearless Joe’

‘M’-lijn genoemd naar ‘Brindle Mick’

‘L-lijn genoemd naar ‘Game Lad’

‘B’-lijn genoemd naar “Rum Bottle’

‘R’-lijn genoemd naar ‘Ribchester Max’

‘C’-lijn genoemd naar ‘Cinderbank Beauty’

De volgorde zoals hier gegeven,  wordt bepaald door de belangrijkheid van de lijnen op het moment dat zij vastgesteld werden. Ondertussen hebben zich verschuivingen voorgedaan. De ‘M’-lijn is verreweg de belangrijkste geworden, en bijna alle hedendaagse honden komen uit deze lijn, via “gentleman Jim’, zijn halfbroer ‘Brindle Bill’en de zoon van Jim  Ch. ‘Widneyland Kim’. ‘Brindle Bill’wordt beschreven als een kleine, stevige mahony-brindle hond, met een korte voorsnuit die wat dish-faced was (dish-faced wil zeggen dat de neusrug niet recht, maar wat hol is). Zijn voornaamste zoon Ch. ‘Brigands Bo’sun’, zou veel invloed op het ras krijgen. Er zijn meer dan vijftig teven-families bekend, maar hier heerst duisternis, omdat zoveel teven eenzelfde naam hadden en er over hun afstamming vaak weinig bekend was.

VERDERE ONTWIKKELING

De Staffordshire Bull terrier groeide in Engeland steeds verder uit tot een populaire huis-en showhond. Het aantal inschrijvingen in het Kennel Club Studbook nam geweldig toe en daaraan gekoppeld ook het aantal fokker en liefhebbers. Toch bleef de Stafford een buitenbeentje is de groep van de Terriers op de shows. Maar enkele Staffordshires konden het opnemen tegen de andere, immers meer, gesoigneerde Terrierrassen. Honden die dit min of meer lukte waren:

Ch. “Head Lad of Vilmar’, Ch. “Goldwyn’s Leading Lad’en Ch. ‘Son of Billy Boy’. De tijd dat een Stafford de Terriergroep zou winnen was echter nog lang niet gearriveerd. Slechts ’. De tijd dat een Stafford de Terriergroep zou winnen was echter nog lang niet gearriveerd. Slechts één Staffordshires presteerde het om Best in Show te worden op een kampioenschapstentoonstelling voor alle rassen. Het was de reu Ch. ‘Wystaff Warfare’(‘Kinderlee Commando’x ‘Wystaff Rossisle Rosina’) van Mr. en Mrs. R. Armitage. Van jaar tot jaar bleeft het aantal Staffordshires toenemen en nu is dit het populairste ras in de Terriergroep. Bekende en invloedrijke honden rond de jaren vijftig waren naast de al genoemde vertegenwoordigers van de ‘M’-lijn: ‘Bomber Command’, ‘Jolly Roger’en ‘Sans Cooper’. Deze honden hadden een aantal nakomelingen die de kampioenstitel behaalden, hoewel zij er zelf geen aanspraak op konden maken. Vanaf 1955 bleken de vaders van de kampioenen bijna allemaal zelf deze titel te bezitten. De bekendste onder hen waren: Ch. ‘Wychbury Kimbo’, Ch. ‘Wychbury Diamond King’, Ch. ‘Goldwyns Leading Lad’, Ch. Wychbury Red Riband’, Ch. “Bellerophon Billy Boy’, Ch. ‘Major in Command of Wychbury’en Ch. ‘Son of Billy Boy’. De jaren zestig werden gedomineerd door  Ch. ‘WEycombe Dandy’, de titelloze reu ‘Rumbuster’, de zeer invloedrijke Ch. ‘Eastaff Danom’ en Ch. ‘The Black Monarch’. Vanaf 1970 bleken de volgende reuene van groot belang te zijn: Ch. ‘Topcroft Toreador’, ‘Larujan Leader’, Ch. ‘Rapparee Rothersyke Vow’(vader van acht kampioenen) en Ch. ‘Westpoint Warrior’.

 VRIENDEN

 

Het onbedwingbare moedige karakter, de grote mate van intelligentie en vasthoudendheid van de Staffordshire Bull Terrier stammen uit zijn verre verleden. Deze, verenigd met zijn aanhankelijkheid voor zijn vrienden en in het bijzonder kinderen, zijn kalmte wanneer hij niet behoeft te werken en betrouwbare standvastigheid stempelen hem tot een geschikte hond voor ervaren hondenbezitters.  

 

 HOOFD-ZAKEN

In de eerste standaard (1935) wordt vermeld dat de ogen van de Stafford donker moeten zijn, dat prikoren geaccepteerd worden en dat er geen maat voor de oren bestaat. De hoogte wordt gesteld op 15 – 18 inches (37,5 – 44 cm). Bij gebit en neus wordt vermeld dat sterk boven- of ondervoorbijten wordt bestraft, evenals een Dudley nose (niet of weinig gepigmenteerde neus).

Bij de herziening van de raspunten in 1948, wordt gesteld dat de ogen donker moet zijn, maar dat de kleur ook enigszins mag passen bij de haarkleur. Prikoren worden voortaan bestraft en vermled wordt dat de oren klein en ‘netjes’moeten zijn. De hoogte wordt teruggebracht tot 14 – 16 inches 935 – 40 cm). De bestraffingen voor onder- en bovenvoorbijten en een Dudley nose worden omgezet in een uitsluiting voor het winnen van prijzen. De blauwe kleur wordt voortaan toegelaten. Er werd in die tijd grote waarde gehecht aan een goed hoofd.  Van geen tot vrij weinig belang vond men toen het gangwerk. Tegenwoordig  wordt er bij alle rassen sterker gelet op bouw en beweging, maar natuurlijk blijft het juiste type het belangrijkste.

Het hoofd van een Stafford wijkt sterk af van de ‘normale’vorm, zoals wij deze bijvoorbeeld zien bij een herdershond. Het is bewezen dat een eigenschap die sterk van het ‘normale’afwijkt, snel verloren dreigt te gaan bij de honden die deze afwijkende tendens vertonen. Er moet bij het fokken steeds selektie op die bepaalde eigenschap toegepast worden om hem te behouden. Dat verklaart waarom bij de beoordeling van het ras de nadruk gelegd wordt op de typische vorm van het hoofd. In de beginperiode van het ras waren volgens keurmeester Major V.C. Count Hollender de meeste voorkomende fouten: ondervoorbijten, een licht geraamte en steile achterbenen.

UITERLIJK

De Staffordshire Bull Terrier is een vrij recente verschijning in de showring. Hoewel hij in Engeland in groten getale gefokt wordt, is er nog steeds veel verscheidenheid in type. Het is moeilijk om de erfdelen die hij van Bulldog en Terrier heeft meegekregen met elkaar in overeenstemming te                       

DE AARD VAN DE STAFF

De vroegere Stafford had een hart als van een leeuw: hij was steeds bereid om zijn eventuele aanvallers te lijf te gaan ongeacht hun kracht of afmetingen (=’game’). De jaren van gerichte fokkerij hebben echter tot resultaat gehad, dat hij zichzelf tegenwoordig goed in de hand kan houden. Over het algemeen zal hij nu niet meer beginnen met de aanval: hooguit reageren op de aanval van een andere hond of een ander dier. Door een gerichte opvoeding en training is het mogelijk de ‘zelfbeheersing’ op te voeren, zodat hij zich ook ten opzichte van andere honden goed kan gedragen. Er zijn veel goed opgevoede en getrainde Staffords die, ook al worden zij uitgedaagd, deze provokaties met een wat hooghartige blik negeren. Als huishond is hij onovertroffen en te vergelijken met de Bull Terrier en sommige van zijn andere familieleden. Hij is vrolijk, gezellig, heeft komische karaktertrektjes en is dol op mensen en vooral op kinderen. Daarnaast is hij een prima waak- en beschermhond, die, dat zal duidelijk zijn niet voor een kleintje vervaard is. Zijn prettige eigenschappen hebben er voor gezorgd dat hij bijzonder populair is in zijn land van oorsprong.

DE STAFFORD IN NEDERLAND
Dr. H.K.F. Cohen schrijft in 1934 , dat voor zover hij weet geen ‘Staffordshire miniatuurtje’in Nederland zijn. In het zelfde artikel vermeldt hij de Staffordshire Bull Terrier als eenr as zonder raspunten.

In 1957 waren er, voor zover na te gaan twee Staffordshire Bull Terriers in Nederland: ‘Longtonion Active’ van de heer Gaasbeek en ‘Springrise Anchor’ van de heer K. van der Bent. Het zou toen nog een kleine twintig jaren duren voor het ras echt vaste voet op onze boden kreeg. In 1970 verscheen ‘Sevenoaks Slenkge’ op de shows en twee jaar later werd de reu ‘Martyr’s Dutch Joe’Jeugdwinner. ‘Sevenoaks Slenkge’was geïmporteerd door de bekende Schapendoes, bearded Collie en Lhasa Apso fokker en keurmeester mevrouw A. Scheider-Louter. Later kwam ‘Slenkge” in het bezit van Arie van Herpen, de grote voorvechter van het ras in Nederland. ‘Martyr’s Dutch Joe’ en ‘Sevenoaks Slenkge”zouden de basis gaan vormen voor de fokkerij in Nederland. Beiden honden behaalden de titel Nederlands Kampioen en zij werden de ouders van aantal goede en minder goede Staffords, waarvan vooral de reu Ned. en Int. Kampioen ‘Melmar’s Admiral Avalanche’ invloed zou krijgen.

 Enthousiast geworden voor het ras, maar tegelijkertijd door de opgedane inside-informatie erg voorzichtig geworden importeerde Arie van Herpen twee dochters van de bekende reu Ch. ‘Christopher of Geneva’en twee dochters van ‘Westpoint Warrior’. Nico Grishkov kocht een teefje van Ashstock Max the Miller x een verwante van ‘Christopher of Geneva’. Met de honden werd een aantal nesten gefokt, waarin zowel goede pups zaten als hondjes met Bulldogstaarten en afwijkende maten.

 DE DOORBRAAK

Toch waren er nu genoeg goed honden om verder te kunnen gaan. Het nest van ‘Melmar’s Dutch Genius’en ‘Warmaid of Geneva’zou een doorbraak betekenen. Het nest bestond uit twee reuen en vier teven, waarvan de teven zeer gelijk waren van type en maat, maar de reuen wat grootte betreft nogal uiteen liepen. Twee pups bleven bij de fokker; de reu ‘Melmar’s the Cocker’en het teefje ‘Melmar’s Courageous Idol’. Uit deze honden zouden de toppers van Nederland en België geboren worden. Nakomelingen van ‘Melmar’s the Cocker’waren onder andere uit de Melmar kennel: ‘Melmar’s Easy Lad’ (beste van de clubmatch ’80), ‘Melmar’s Easy Louise’, ‘Melmar’s Explosive Kate’, ‘Melmar’s Empress Laura’(beste teef van de clubmatch ’84), ‘Melmar’s Cocker Junior’. Uit de 'Cracker' kennel: Kamp. 'White Charm' (beste teef van de clubmatch '80),  'Cracker Rose' (reserve teef van de clubmatch '80), 'Cracker Cockerson'. 'Melmar's Courageous Idol' werd in de Melmar kennel onder andere moeder van: Kamp. 'Melmar's General', 'Melmar's Ceasar' (beste van het ras op de clubmatch '84). Voor de 'Tu Staff' kennel gaf zij onder ander de volgende nakomelingen: Kamp. 'Tu Staff Try Me' (best teef clubmatch '81); beste van het ras clubmatch '82; beste reu clubdag '83), 'Tu Staff Hammer Head' (beste van de clubmatch '81). Op 4 mei 1975 werd de Staffordshire Bull Terrier Club Nederland opgericht.