Hoogtepunt voor Stafford-fans dit jaar was ongetwijfeld de Kampioenschapsclubmatch die op 18 september te Schiedam werden gehouden. Ingeschreven waren 44 Staffords, 6 waren absent (loopsheid was in dit geval spelbreker nr. 1) 38 Staffords bijeen dus, een aantal dat voor het continent een unicum is.

Keurmeestereresse Roma Williams wees als beste van de dag aan de zwartbonte teef Kamp. “Warmaid of Weneva”; winnende reu werde de Duitse topper Int. Kamp “Ramlyn Copper Glow”. Behalve Int. Kamp is deze rode Eng. Imp. Reu ook Weltsieger, Europasieger, Bundessieger en Lux . Kamp. Res. Kamp. Werd bij de reuen Kamp. “Melmar’s Crafty Croaker”, Jw. En W’75, bij de teven “Melmar’s Devilish Gift”. Behalve de 28 Stafford waren er ook ongeveer 150 liefhebbers aanwezig en men mag wel stellen, dat in vrij korte tijd de Staffordshire Bull Terrier zich definitief in Nederland genesteld heeft.

Het aantal leden van de S.B.T.C.N. is de honderd reeds ruim overschreden. Het tweemaandelijks Klubblad “De Stafford”, onder redaktie van de heren Jansen en Van Doesburg, gaat nu het derde jaar in en is voor de Stafford-fan reeds een solide begrip geworden. De opzet is nog steeds een voornamelijk technisch blad, dat zich ten doel stelt zoveel en zo uitgebreid mogelijk informatie te verschaffen.

De fokbasis van de Nederlandse Staffords

De opmerking valt nogal eens, dat de basis van onze Staffords vrij smal is ebbers wier enthousiasme groter was dan hun kennis van zaken en geduld; de resultaten van deze importen waren vaak uiterst teleurstellend. Importeert men honden met het idee er later mee te fokken, dan is het onbegrijpelijk en bedroevend – om niet te zeggen kortzichtig – dat in veel gevallen niets eens de ouders behoorlijk worden bekeken en zelden meer dan dat. Wil men met een onbekende hond gaan fokken, tracht dan zoveel mogelijk te weten te komen over zijn voorouders en bloedverwanten!. Het klinkt waarschijnlijk afgezaagd, maar honden fokken is nu eenmaal geen materie die men zich in enkele weekenden eigen maakt; het is een materie, waarin men na jaren en jaren wat thuis begint te raken en het vraagt de grootst denkbare inzet. Daarom is het bijzonder kortzichtig om niet van andermans ervaring en gemaakte fouten te profiteren; ook dan zullen er nog blunders genoeg gemaakt worden.

En wat de aanschaf van fokmateriaal betreft: geen enkele fokker zit met top-materiaal verlegen. Om een werkelijk goed ( niet te verwarren met de gelijknamige kwalificatie!) fokdier met een solide achtergrond te bemachtigen zal lang gezocht en veel gepraat moeten worden. Over het algemeen kan worden gesteld, dat men de hond krijgt die men waard is.